15 maart 2021
In de laatste ronde staatssteun heeft STN gepleit voor het laten vallen van de partnertoets in de regeling TOZO en voor verruiming van de Tegemoetkoming Vaste Lasten. Op het laatste punt is wat verruiming gekomen maar niet op het cruciale punt van de partnertoets.
Veel ondernemers lopen aan tegen het probleem van een niet passende SBI-code en tegen het probleem dat zij hogere vaste lasten hebben door extra investeringen in verband met het aflopen van de vrijstelling BPM voor Taxi’s. Op dit punt is snel een oplossing nodig.
STN constateert dat dit kabinet kiest voor ongelijke behandeling tussen mensen in loondienst met 100% doorbetaling via NOW en zelfstandigen die terugvallen op bijstandsniveau en nog lager als de partner een inkomen heeft.
Daarmee kiest het kabinet er voor om de rekening van de Corona crisis eenzijdig neer te leggen bij de ondernemers in de getroffen sectoren. En wel zodanig dat zij diep in de financiële problemen komen en zelfs hun bedrijf moeten beëindigen en hun dromen moeten opgeven.
Dat is onacceptabel!
Ook andere bedrijven en zelfs complete winkelketens gaan ten onder en daarmee is algehele opening van de economie onvermijdelijk geworden.
Al vorig jaar is door het bedrijfsleven samen met de overheid gekeken hoe men verantwoord kan functioneren. Maar het Kabinet wist het beter en heeft dit aan de kant geschoven. Er is daardoor grote schade aangericht. In de media staan steeds meer berichten die wijzen op een falend kabinetsbeleid gericht op een ziekte die veel minder dodelijk is dan we aanvankelijk dachten. Het corona-beleid is volstrekt disproportioneel.
De samenleving moet nu onmiddellijk weer open
en wij juichen alle fatsoenlijke acties toe die daarop gericht zijn.
Namens het bestuur van de Stichting Taxibelangen Nederland Drs. Jip Meijer MBA
27 januari 2021
Wil het Kabinet van zelfstandige taxiondernemers af?
Met veel bombarie heeft het kabinet een nieuw noodpakket gepresenteerd. Maar als de confetti is neergedwarreld blijkt dat er nog steeds onvoldoende aandacht is voor de kleine ondernemer. Weliswaar is er verruiming van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) maar de dringende oproep om bij de regeling TOZO ook de partnertoets achterwege te laten is niet gehonoreerd.
Dit staat in schril contrast met medewerkers in loondienst die met staatssteun 100% worden doorbetaald. Ondernemers willen het liefst zelf hun geld verdienen. Maar als dat door overheidsbeleid niet meer mogelijk is moeten zij daarvoor in redelijkheid worden gecompenseerd.
En als de maatstaf is dat de werknemer er niet op achteruit mag gaan dan is het redelijk dat ook de zelfstandige volledig wordt gecompenseerd. Een vergoeding op bijstands- niveau is dan wel het minste.
Wij doen daarom een dringend beroep op de Tweede Kamer om het Kabinet te bewegen de partnertoets in de regeling TOZO achterwege te laten voor het laatste kwartaal van 2020 en het eerste en tweede kwartaal van 2021.
Al aan het begin van de crisis maakte de toenmalige minister van Economische Zaken duidelijk dat hij niet veel op heeft met zelfstandige ondernemers. Er is op dit punt niets veranderd. Pas na veel externe druk geeft men een klein beetje toe.
Het behoeft geen betoog dat zelfstandige ondernemers keihard nodig zijn om onze economie weer op gang te brengen na de crisis en om de te verwachten toename van de werkloosheid te verlichten.
27 januari 2021
Drs. T.D.J. Meijer MBA
Namens de Stichting Taxibelangen Nederland
6 april 2016
Het bestuur van STN wil u bij dezen oproepen om een zienswijze in te dienen tegen de voorgenomen wijziging van de overheid om de vrijwilligersvergoeding bij vervoer per auto te verhogen. Waar komt het op neer: de overheid wil vrijwilligersorganisaties nog meer de kans bieden om semi-betaald vervoer te verzorgen. Daarvoor verhoogt de overheid de maximale te ontvangen vergoeding per vrijwilliger en wordt de vergoeding voor de vrijwilligersorganisatie niet langer beperkt tot enig bedrag.
Veel taxiondernemers in de regio zullen de laatste jaren hebben ervaren dat het vervoer door vrijwilligers, veel negatieve gevolgen kan hebben. Met de voorgenomen regelgeving zal dit waarschijnlijk alleen maar toenemen. Het bestuur wil dan ook iedere ondernemer vragen om voor 14 april jl. een zienswijze in te dienen tegen deze voorgenomen regeling. Dat doet u door met een aantal weloverwogen argumenten te reageren op dit plan, en te stellen dat het wat u betreft een slechte ontwikkeling is.
Zie hieronder een aantal geijkte zinnen die u van start kunnen helpen met het indienen van uw zienswijze.
-Middels deze zienswijze wil ik bezwaar aantekenen tegen het voornemen om de vergoedingen voor zowel vrijwilligers, als vrijwilligersorganisaties aan te passen.
Mogelijke argumenten:
-Het verhogen en zelfs vrijgeven van deze vergoedingen, heeft een marktverstorend effect voor de taxibranche.
-De voorgenomen regeling heeft oneerlijke mededinging t.o.v. taxiondernemers als gevolg.
-De regelgeving van de overheid werkt de laatste jaren uitsluitend in het nadeel van de taxiondernemer, deze regeling is daar een duidelijk voorbeeld van, de taxiondernemer wordt wederom onevenredig hard in zijn belangen getroffen, deze regeling getuigd daarom van een slechte belangenafweging.
-Het is een logisch gevolg, dat wanneer vrijwilligersorganisatie nog minder in de weg wordt gelegd, er nog minder taxiondernemingen in staat zullen zijn om financieel het hoofd boven water te houden.
6 april 2016
Hierbij roepen we u op om woensdag 11 mei aanstaande in uw agenda vrij te houden voor een STN bijeenkomst! Er staat u een interessant programma te wachten, en uiteraard is ook er ook voldoende gelegenheid om kennis te maken en bij te praten met het bestuur en collega’s. Meer nieuws hierover zal uiteraard tijdig via de mail/website bekend gemaakt worden, dus houd uw mail in de gaten!
30 maart 2016
Veel ondernemers houden hun werknemers die al langere tijd in dienst zijn, ondanks een structureel verlies, maar in dienst omdat zij bang zijn een transitievergoeding te moeten betalen bij ontslag. Ze vrezen namelijk dat deze vergoeding de definitieve doodsteek kan zijn voor het bedrijf. In beginsel bent u bij ontslag altijd verplicht een transitievergoeding te betalen, een enkele uitzondering daar gelaten. In navolging op het vorige nieuwsbericht over het bedrijfseconomisch ontslag, een stukje over de transitievergoeding.
Vroeger kozen kleinere werkgevers vaak voor de UWV-procedure om personeel te ontslaan: hoewel de procedure langzaam was, was de procedure ook goedkoop. Het UWV kon namelijk geen vergoeding opleggen. Met de transitievergoeding is dit veranderd: de vergoeding is nu wettelijk vastgelegd en daar valt in beginsel niet aan te ontkomen. Hoewel de vergoeding lager uitvalt dan de vroeger gehanteerde kantonrechterformele (die het UWV dus niet mocht opleggen), valt ook de transitievergoeding bij langlopende dienstverbanden hoog uit.
Er is echter een mogelijkheid om onder een torenhoge transitievergoeding uit te komen wanneer uw bedrijf financieel in zwaar weer verkeerd. Om kleinere werknemers in die situatie enigszins tegemoet te komen, geldt een overgangsregeling tot 1 januari 2020. Deze regeling kan worden gezien als een transitievergoeding ‘light’. Bij een dergelijke transitievergoeding, is deze alleen verschuldigd aan werknemers over de periode vanaf 1 mei 2013 in plaats van de daadwerkelijke indienstredingsdatum die veel langer kan zijn. Hiervoor zijn wel een aantal criteria waaraan u dient te voldoen, en de toestemming hiervoor dient u van het UWV te krijgen. U dient hiervoor een juridisch gemotiveerde aanvraag in te dienen bij het UWV, het is daarom geen sinecure om juridische bijstand in te roepen.
Kort samengevat komen de criteria erop neer dat u al langere tijd verlies moet lijden en dat u niet meer dan 25 werknemers in dienst mag hebben. Dit kan u al gauw (bij een dienstverband van langer dan 20 jaar) meer dan 20 duizend euro schelen. Een korte rekensom: chauffeurs boven de 50, hebben over ieder half jaar dat zij in dienst bij u zijn, recht op een 1/4e maandsalaris. Uitgaande van een brutosalaris van 2400 euro, is dat dus 1200 euro per jaar, over ieder jaar dat zij na hun 50e bij u in dienst waren. Komt u in aanmerking voor de gematigde transitievergoeding, dan hoeft u slechts een vergoeding te betalen vanaf de periode van 1 mei 2013: dat kan dus tientallen jaren aan vergoeding schelen.
Heeft u na het lezen van dit verhaal nog verdere vragen? Neem contact op met het secretariaat: 010-2819192. Of mail naar info@taxibelangen.nl
25 maart 2016
Over iets minder dan anderhalve maand staat mei alweer voor de deur. Een maand die voor veel ondernemers de definitieve nagel aan de doodskist kan zijn: het vakantiegeld moet weer uitbetaald worden. Voor diegenen die het jaar al moeilijk doorkwamen is dit wellicht het laatste zetje. Veel ondernemers zijn gedwongen om werknemers te ontslaan door te hoge loonkosten en een tekort aan opdrachten om de werknemer bezig te houden. Dit resulteert in een verlieslijdend bedrijf.
STN is allerminst een voorstander van het rücksichtslos ontslaan van werknemers, maar wij willen u wel graag informeren over de mogelijkheden daartoe. We kregen dan ook via het secretariaat laatst een vraag binnen van een ondernemer, die zich afvroeg of het mogelijk was om een deel van zijn personeel te ontslaan. Dit personeel was al langere tijd in dienst. Tot een jaar terug was er ook geen probleem met hun dienstverband. Tot in korte tijd een aantal grotere opdrachten voor het bedrijf wegvielen en de ondernemer dus ineens chauffeurs in dienst had waarvoor hij geen werk had. Wat nu?
Via het secretariaat is deze ondernemer een procedure gestart bij het UWV. Hoewel menig taxiondernemer denkt dat het niet mogelijk is om van werknemers met een lang dienstverband af te komen, is dit wel zo. Dit is erg vervelend en triest, maar soms moet dit nu eenmaal, anders gaat de hele zaak failliet en daar zit u al helemaal niet op te wachten. Soms moet je snoeien in een boom om hem in leven te houden.
Bij de procedure van het UWV moet u een aantal dingen aantonen, die er in het kort op neer komen dat u voor een doelmatige bedrijfsvoering van uw onderneming genoodzaakt bent om een deel van uw personeel te ontslaan. Dit moet daarnaast komen door een teruggelopen beschikbare arbeidsomvang (de werkgelegenheid binnen uw bedrijf). Daarbij moet u duidelijk maken dat er geen andere functie is voor het personeel binnen uw bedrijf. De betreffende ondernemer kreeg in ieder geval een ontslagvergunning, hij moest daarbij wel een transitievergoeding betalen (waarover later een stukje volgt).
Dit is een globale en erg summiere samenvatting van wat u bij het UWV moet aantonen. U dient dit alles namelijk uitgebreid te documenteren en te motiveren. Via het secretariaat hebben we mensen in contact gebracht met juristen die thuis zijn in deze procedure. Zit u in een soortgelijke situatie? Neem contact op met het STN-secretariaat (010-2819192).
25 maart 2016
Regelmatig schrijven onze bestuursleden een stukje om u op de hoogte te houden van onze activiteiten, om actualiteiten te bespreken, of gewoon om een herkenbaar stukje uit de taxipraktijk met u te delen. Daarom vandaag een stukje van de voorzitter: Paul Dijkhuizen, over wat hem op het moment vooral stoort.
Beste ondernemers,
Wat mij op het moment mateloos irriteert, is het gevaar van Uber, en het feit dat de huidige Kamerleden dit niet of nauwelijks opmerken. Vooral de VVD hangt aan de lippen van hun oud-collega meneer de Liefde. Zonder in te willen gaan op de vreemde overstap van deze persoon, van Kamerlid tot lobbyist (belangenverstrengeling?!), wil ik toch wel graag ingaan op de negatieve gevolgen die zouden volgen wanneer Uber gelegaliseerd wordt, en dat niet alleen voor de taxi-branche, maar ook de maatschappij.
Ik heb persoonlijk helemaal niets tegen een taxi-app. De ondernemers die nu en dan via de gangbare Uber-app reden, doen dat omdat de apps op een makkelijke wijze vraag en aanbod samenbrengt. Een taxicentrale, maar dan zonder Yvonne die in je oor toetert waar je heen moet rijden, of stelt dat je toch echt je bakkie koffie moet laten staan. De taxi-app is een gevolg van de steeds moderne wereld, en ja die treedt ook binnen in de taxi-branche.
Ik heb echter wel grote bezwaren tegen Uber. Vooropgesteld, Uber is er voor de consument, niet voor de taxi-ondernemer. Het bedrijf slaat zichzelf op de borst omdat ze 35% goedkoper rijdt dan taxi-chauffeurs. 35%! De marges in de branche zijn nu al nihil, er zijn ondernemers die hun chauffeurs voor de kostprijs laten rijden, om maar te blijven rijden en verliezen te beperken. Taxi-ondernemers kunnen hier niet tegenop concurreren mocht het zover komen, wij hebben wettelijke kosten: Uber weigerde die tot nog toe te betalen. Zou Uber zich wel netjes aan de wet houden, dan zou hun tarief waarschijnlijk niet verschillen van een normale taxi. Mijn bezwaren gaan echter ook verder, het gevaar dat ik namelijk in Uber voorzie, is het feit dat Uber haar lobby ervoor kan zorgen dat de weinige regelgeving die onze markt nog beschermd van geteisem, door de overheid wordt opgeheven en vervolgens dat Uber de hele markt opslokt.
Nogmaals: een taxi-app heb ik geen probleem mee. Met Uber ook niet, zolang ze zich aan dezelfde regels houdt als iedere taxi-ondernemer. Uber heeft echter een mondiale uitstraling, en weet wellicht met haar lobby de overheid zou ver te krijgen wél de markt volledig open te gooien en alle regelgeving overboord te zetten. Dit zou mijn inziens rampzalige gevolgen hebben voor onze branche. Consumenten zijn namelijk dol op Uber, en Uber zou daardoor waarschijnlijk in korte tijd een groot marktaandeel weten te veroveren. Als taxiondernemer wordt je dan feitelijk ZZP-er naar het gelang van de grootste taxicentrale van de wereld: Uber, die ook nog eens de tarieven kan bepalen. Neelie Kroes, zogenaamd voorvechtster van eerlijke concurrentie, hoor je hier niet over. Belachelijk!
Als taxiondernemer zul je bij een legalisatie dus enerzijds gedwongen worden in een keurslijf omdat je je moet conformeren aan Uber, anderzijds zal dit gebeuren tegen een fooitje. Een taxirit wordt goedkoper: waarschijnlijk zal Uber een megaomzet draaien, en Kamerleden kunnen zeggen dat de economie het geweldig doet. Zonder daarbij te vermelden dat men een hele branche naar de verdommenis heeft geholpen en duizenden mensen in hun inkomen bedreigt.
U kan dus merken: ik sta nogal cynisch tegenover Uber en ben fel tegen een eventuele legalisatie en het opengooien van de markt. Bij een eventuele legalisatie zie ik louter nadelige consequenties. Hoewel wij momenteel schandalig afgetroggeld worden door de staat en Kiwa heeft dit een gunstig gevolg: de markt wordt nog enigszins beschermd. Zou Uber vrijgegeven worden, en zou de regelgeving overboord gegooid worden, dan zie ik een sombere tijd voor de taxiondernemers tegemoet.
Zeg dus nee tegen Uber, begin er niet aan!
Met vriendelijke groet,
Paul Dijkhuizen
-voorzitter STN
17 februari 2016
Beste ondernemer,
2016 is weer aangebroken en STN heeft veel werk voor de boeg. Dat zijn wij uiteraard ook van plan, alleen hier hebben wij wel uw steun voor nodig!
Opkomen voor uw belang kost veel moeite, veel tijd, maar vooral ook kost dit geld! Voor 50 euro per voertuig steunt u ons dit jaar weer. Heeft u meer dan 8 voertuigen dan is er een vast bedrag van 450 euro. Met uw steun kunnen wij hopelijk dingen veranderen!
U ontvangt morgen een mailtje van STN, waar u via een simpele link met een IDEAL-transactie uw bijdrage naar ons kunt overmaken. Wij willen u daarvoor nu al hartelijk bedanken.
Wilt u nu al uw bijdrage terugverdienen? Kijk dan op onze site voor onze ondernemersvoordelen.
2016 wordt hopelijk ons jaar!
Met vriendelijke groet,
Het bestuur van Stichting Taxibelangen Nederland
17 februari 2016
Het secretariaat van STN heeft het inmiddels steeds drukker met het telefonisch beantwoorden van allerlei taxigerelateerde vragen. Goed dat u ons steeds beter weet te vinden, daar is het secretariaat voor bedoeld! Zo kwam enkele weken geleden ook een vraag van een ondernemer die zich afvroeg wat het hebben van een ‘arbeidscontract op oproep basis’ nu precies waard is, althans volgens de wet.
Wat was er aan de hand? De betreffende ondernemer werd er door Sociaal Fonds Taxi (SFT) op gewezen dat hij zijn werknemers structureel zou onderbetalen. Deze werkgever had een aantal werknemers in dienst op basis van een nul-urencontract, of op basis een contract met een gering aantal uren per week (onder de 15). De ondernemer was in de veronderstelling dat hij daarmee een beperkt aantal verplichtingen richting de werknemers had met betrekking tot het uitbetalen van de gewerkte uren. Dit bleek echter niet het geval.
De wettelijke uitleg
Wat zijn nu de wettelijke verplichtingen als het gaat om het betalen van werknemers per oproep? In het onderstaande geef ik een korte samenvatting van hoe dit onderwerp wettelijk geregeld is.
Als u een chauffeur in dienst heeft op basis van een 0-uren contract, een arbeidsovereenkomst voor minder dan 15 uur per week of een werknemer heeft die zonder vast dienstrooster werkt (ook wel flexibele arbeidskrachten genoemd) dan dient u deze volgens de wet voor elke periode dat u de werknemer oproept en hij arbeid heeft verricht, tenminste 3 uur uit te betalen. Het maakt dus niet uit of de werknemer deze 3 uur daadwerkelijk heeft gewerkt of dat hij slechts een ritje heeft gemaakt van 20 minuten. Elke oproep is wettelijk gezien 3 arbeidsuren waard.
Voorbeeld
De bovenstaande wettelijke regeling heeft tot gevolg dat wanneer uw werknemer op oproepbasis drie keer per dag een kwartiertje taxi rijdt op de tijdstippen 9:00, 12:15 en 15:30 (en er vinden geen overlappingen plaats binnen die drie uur), u drie maal drie uur dient uit te betalen en dus 9 uur in totaal. De rechter wees al in 2007 de suggestie van de hand dat de werkgever in dergelijke gevallen die kortstondige periodes arbeid bij elkaar op kon te tellen. Iedere arbeidsperiode (mits deze niet overlapt binnen drie uur met een volgende taxirit) staat op zichzelf, hoe kort ook, en dient te worden vergoed alsof er drie uur is gewerkt. Dit betekent niet direct dat u de werknemer altijd een gehele dienst moet uitbetalen. Werkt een werknemer twee keer op een dag voor een korte periode, bijvoorbeeld ‘s ochtends om 9 uur en vervolgens om 18.00 uur pas weer en die ritten korter zijn dan 3 uur, dan dient u deze dus 6 uur uit te betalen.
Praktijkadvies
Voor u dus zaak om de arbeidsperioden goed in de smiezen te houden! Probeer er zorg voor te dragen dat de arbeidsperiodes zoveel mogelijk kort achter elkaar vallen. Het is daarnaast een afweging waard om uw werknemer een vast urencontract aan te bieden van 15 uur per week of in de werknemer vast in te roosteren indien u voldoende werk heeft. U hoeft dan niet aan de bovengenoemde verplichting te voldoen bij korte werkdiensten. U kan de overeengekomen 15 arbeidsuur dan over de week heen kunnen ‘spreiden’. Werkt een chauffeur dan een kwartiertje dan schrijft u dat van de 15 uur af, in plaats van dat u gelijk al verplicht bent 3 uur ui te betalen Een simpel rekensommetje leert dat hoe meer dagen een chauffeur bij u op oproepbasis beschikbaar is, hoe groter de kans is dat u op grond van die wettelijke verplichting al boven de 15 uur per week moet uit betalen.
Los van alle wettelijke regels is uiteraard het allerbelangrijkste dat u met uw medewerkers duidelijke afspraken maakt en deze schriftelijk vastlegt. Dit is de beste manier om discussies te voorkomen of geconfronteerd te worden met een loonvordering
Heeft u vragen over de uitbetaling van uw flexibele arbeidskrachten? Neem dan gerust contact op met ons secretariaat: 010-2819192.
17 februari 2016
Is het u ook al opgevallen? De overheid heeft enerzijds lak aan de geluiden (vooral vanuit STN) dat de tarieven die gehanteerd worden door zogenaamde ‘certificeringinstanties’ (lees KIWA) de pan uitrijzen zonder dat daar openheid van zaken over wordt gegeven. Anderzijds is het zo dat in het kader van deregulering de vergunningen en papieren waar taxiondernemers grof geld voor moeten betalen, steeds minder waard zijn.
In korte tijd kregen wij bericht van twee aangesloten ondernemers, over twee kwalijke zaken die hier voorbeelden van zijn. Het eerste bericht ging over de kwestie dat zogenaamde ‘vrijwilligersorganisaties’ ritten aanbieden tegen geringe betaling en daarmee concurreren met taxibedrijven. Het tweede bericht ging over het feit dat de grote spelers in de taxiwereld, bij aanbestedingen voor grootschalig taxivervoer nog wel eens wat minder strikt zijn in het naleven van de regels.
“Vrijwilligersorganisaties”
Gemeenten hebben minder te besteden en bezuinigen daarom op het vervoersbudget. Vrijwilligersorganisaties stappen vervolgens in deze leemte, omdat taxiondernemers niet kunnen rijden voor wat de gemeente hen biedt. Vervolgens rijden vrijwilligers ouderen en/of gehandicapten voor een zeer geringe vergoeding naar bestemming. Sympathiek uit oogpunt van de maatschappij. Maar taxiondernemers betalen ondertussen voor een vergunning die niets waard blijkt. Op het oog lijken deze initiatieven ook nog eens strijdig met de wet. Zogenaamd ‘kostendekkend’ vervoer werd alleen uitgezonderd van de verplichting van het hebben van een taxivergunning wanneer het carpoolers betrof. Zo werd dit althans aangegeven in de toelichting op de WP2000 en tijdens een uitspraak door de rechters van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De minister en staatssecretaris lijken dit echter bewust over het hoofd te willen zien: die geven aan dat het hier een ‘regelvrije ruimte’ betreft.
Aanbestedingen
De tweede kwestie spreekt nog meer tegen het rechtvaardigheidsgevoel. De wereld van aanbestedingen is zwaar. Vooral zwaar wanneer blijkt dat één van de grootste vissen die daar rondzwemt, het niet al te nauw met de regels neemt. Een aangesloten ondernemer wist ons te melden dat een van de grootste vervoersmaatschappijen een taxiaanbesteding won, om vervolgens hiervoor structureel chauffeurs in te zetten die niet in het bezit zijn van een chauffeurspas. Om de kosten te drukken vragen wij ons dan af? Of was het bedrijf eigenlijk niet in staat om de ritten te verzorgen, maar wilde het koste wat kost de aanbesteding winnen? En waarom handhaaft de overheid hier nu niet, omdat ze hier zelf baat heeft bij de goedkope aangeboden ritten?
Mocht u meer van dit soort ‘stinkende’ zaakjes kennen: mail naar info@taxibelangen.nl
Als STN brengen wij deze zaken zoveel mogelijk onder de aandacht bij de beleidsmakers in Den Haag